Leerkrachten

 Kopieer het werkblad en kleur het in. Plak deze plaat in een open doosje. Teken de bloemen na en kopieer ze drie keer. Versier de rest van het doosje met groen papier en ingekleurde bloemen.  Kopieer de plaatjes van werkblad z03-2, plak ze op het hart van de gekopieerde bloemen, en kleur het geheel in. Plastificeer de bloemen met de plaatjes erin. Maak van wc-rollen en gekleurd papier bijen. Speel het volgende spel: De kinderen krijgen een geplastificeerde bloem en houden die bij zich in de kring. Eén kind krijgt een bij en loopt rond in de kring. Hij zegt: ‘Zoem, zoem, zoem, ik zoek de goede bloem.’ Het kind stopt bij een kind met een bloem en vraagt: ‘Hoor ik bij jouw woord de letter ‘oe’?’ Het kind met de bloem zegt welk plaatje er op die bloem staat. De bij krijgt de bloem als dat woord een ‘oe’ bevat. Een ander kind krijgt de bij en mag het ook proberen

Spelvariatie: drie kinderen kringen een bij. Wie heeft het eerste de meeste woorden met een ‘oe’? 

Uitbreiding: meer bloemen maken met andere woorden erop, of de kinderen tekenen nog meer woorden met een ‘oe’ en plakken deze op de bloemen.

 Kleur de huisjes in en plak deze tegen kleine doosjes aan, waardoor ze kunnen blijven staan. Knip de post uit en laat de kinderen die naar de juiste huizen brengen

Uitbreiding: maak een straat waar de huisjes op komen te staan, geef de huizen een bijpassend tuintje etc. Maak eventueel zelf ook nog extra post voor deze huizen.